donderdag 16 december 2010

Toen de nazi's de communisten arresteerden heb ik gezwegen;
     ik was immers geen communist.
  Toen ze de
sociaaldemocraten gevangenzetten heb ik gezwegen;
     ik was immers geen sociaaldemocraat.
  Toen ze de
syndicalisten kwamen halen heb ik gezwegen;
     ik was immers geen syndicalist.
  Toen ze de Joden opsloten heb ik gezwegen;
     ik was immers geen Jood.
  Toen ze de
katholieken arresteerden heb ik gezwegen;
     ik was immers geen katholiek.
  Toen ze mij kwamen halen
     ...was er niemand meer die nog kon protesteren.

vrijdag 10 december 2010

Dorpen in de stad

Alleen Amsterdam en Rotterdam hebben, jaren geleden al, gekozen voor een vorm van binnengemeentelijke decentralisatie. Deelraden en deelgemeenten zijn ingesteld om mensen zoveel mogelijk invloed te geven op wat in hun directe omgeving aan de orde is; onderhoud van de buitenruimte, welzijn en zorg ruimtelijke ordenening. Door de stad in kleinere eenheden op te delen, kun je meer mensen betrekken bij de besluitvorming.

Dit kabinet heeft besloten de deelgemeenten af te schaffen en het ziet ernaar uit dat minister Donner vaart wil maken. Naar verluidt heeft hij het wetsontwerp in de weekendtas. Ik denk niet dat in de Tweede Kamer een meerderheid wordt gevonden om tegen een voorstel van het kabinet te stemmen. Binnen de coalitiepartijen is er niemand die op dit thema het risico wil lopen de coalitie in gevaar te brengen. Buiten de coalitie verwacht ik niet dat veel mensen hun nek uit willen steken omdat je al snel beschuldigd wordt van plucheplakken en vriendjespoliitiek.

Op hetzelfde moment dat het wetsontwerp in de tas van minister Donner ging, ondertekenden we in Rotterdam bestuursakkoorden tussen college van BenW en dagelijks besturen van deelgemeenten. We hebben de coalitieprogramma's van de deelgemeenten en het collegeprogramma naast elkaar gelegd en heel precieze afspraken gemaakt over wat stad en deelgemeenten gaan doen. In Feijenoord werken we samen aan armoedebestrijding, in Pernis gaan we een multi-functionele accommodatie bouwen, in Charlois heel veel aandacht voor de werkloosheidsvrije wijk en in Overschie ligt het accent op sporten. Samen zorgen we ervoor dat de komende jaren volop ruimte wordt gegeven in onze stad aan talent en ondernemen

In Rotterdam hebben we heel bewust gekozen voor behoud van onze veertien deelgemeenten. Rotterdam is namelijk een wereldstad, maar ook een verzameling dorpen. Rozenburg, Hoogvliet, Overschie, Hillegerberg-Schiebroek, Ijsselmonde, Charlois, Feijenoord, Delfshaven, Noord, Kralingen-Crooswijk, Prins Alexanderpolder, Pernis, Hoek van Holland en Centrum, zijn allemaal logische gebieden. Bijna alle deelgementen zijn ooit geannexeerde dorpen die nog altijd een eigen lokale identiteit hebben. Het deelgemeentebestel verbindt het goede van twee werelden. De deelgemeentebesturen kennen alle verenigingen en ondernemers in hun deelgemeente en zijn net zo trots op de lokale identiteit van hun deelgemeente als op de stad.

Anderhalf jaar geleden hebben we goede afspraken gemaakt wie waarover gaat, zodat we elkaar versterken. Samen zijn we het bestuur van de stad Rotterdam en vandaag hebben we dat vastgelegd in bestuursakkoorden. Resultaat bereiken voor Rotterdammers, dat is wat ons bindt.

Het is helemaal niet moeilijk om te roepen dat er veel te veel bestuurders zijn die teveel salaris hebben, maar ik zie een ander beeld. Ik zie mensen die zich, zonder onderscheid naar politieke partij, inzetten voor hun Hoekenezen en Delfshavenaren. Mensen die een rechte rug hebben als bewoners een opvang niet in hun achtertuin willen maar net zo hard vechten als ze vinden wij vanuit de Coolsingel de belangen van hun inwoners schaden.

Het is niet zo moeilijk om de deelgemeenten uit de wet te halen, maar in Rotterdam blijven we er hoe dan ook voor zorgen dat de verschillen in onze stad recht wordt gedaan

zondag 5 december 2010

 
Oude liefde

Vanochtend zie ik op twitter een discussie langskomen over toetsen in het onderwijs. Ik leg mijn telefoon neer en probeer mijn aandacht weer op Buitenhof te richten. Lilianne Ploumen en Liesbeth Spies proberen elkaar vriendelijk glimlachend de hoek in te drijven. Mijn gedachten dwalen steeds weer af en uiteindelijk kan ik het niet laten. Ik pak mijn telefoon en volg de twitterdiscussie opnieuw.

"Toetsen belemmeren het kind; goede docenten hebben geen toetsen nodig; als we in het onderwijs toetsen, doen we hetzelfde als de banken de afgelopen jaren deden en als kinderen naar het VMBO gaan hebben we ze afgeschreven. Bovendien moet onderwijs voorbereiden op het leven ipv kinderen taal en rekenen te leren". Dat was zo'n beetje de opvatting die langkwam.

De tragiek is dat het voor onze kinderen waarschijnlijk  niet zoveel verschil zal maken of docenten wel of niet toetsen. Zij leren van jongs af aan hoe de wereld in elkaar zit, hebben lang voor de kleuterschool een stevige woordenschat en hun ouders hebben netwerken waar ze van kunnen profiteren naarmate ze ouder worden.

Hoe anders is dat voor de vele kinderen in Rotterdam die thuis geen Nederlands spreken, van wie de ouders bezig zijn om te overleven of die  zelf structuur in hun leven moeten brengen. Juist die kinderen zijn afhankelijk van leerkrachten die de lat hoog leggen en elk kind de steun geven die ze nodig hebben. Dat begint al op de kleuterschool.

Aan het begin van de kleuterschool  hebben veel kinderen al een taalachterstand van 2 jaar opgelopen ten opzichte van het gemiddelde taalniveau van een 4jarige. Zijn die kinderen dan dommer? Nee, die kinderen hebben thuis gewoon minder woordjes geleerd. Kleuters die meer woordjes kennen, profiteren bovendien meer van de kleuterschool en leren sneller. Ik vind het onverteerbaar als je onderwijskansen afhangen van de plek waar je wieg stond.

Toch weten we al jaren wat nodig is om alle kinderen te laten profiteren van het onderwijs:

  1. nadruk op basisvaardigheden taal en rekenen
  2.  hoge verwachtingen en regelmatig volgen van de leerresultaten 
  3. een duidelijke structuur en een veilig schoolklimaat pedagogische
  4.  overeenstemming tussen school en thuis 
  5. een directeur die ook onderwijskundig leiding geeft 

 Moeten kinderen dan geen sociale vaardigheden leren? Jawel, maar goede leerprestaties in taal en rekenen helpen erg in het leren van sociale vaardigheden terwijl dat andersom niet zo is.

Is het niet heel erg prestatiegericht om hoge verwachtingen van kinderen te hebben? Ja en door de lat net iets hoger te leggen help je kinderen het beste uit zichzelf te halen en daar worden we allemaal gelukkiger van.

Is een duidelijke structuur niet te streng? Misschien, maar juist structuur maakt vrij

Als leerkrachten en ouders met elkaar samenspannen is er toch helemaal geen ontsnappen voor het kind? Dat klopt en dat is heel goed voor een evenwichtige ontwikkeling.

Een leerkracht is er toch voor het onderwijs en een directeur voor de  'overhead'? Een professionele leerkracht weet dat hij beter wordt door samen te werken en onderwijskundige leiding te aanvaarden.

Onderwijs is een oude liefde van me en die laat zich niet het zwijgen opleggen, zo blijkt maar weer